-
1 personeel
personeel1〈 het〉1 personnel, staff ⇒ 〈 werknemers ook〉 employees, work force, 〈 bemanning ook〉 crew, 〈 fabrieksarbeiders ook〉 (factory) hands♦voorbeelden:wij hebben een groot tekort aan personeel • we are badly understaffed/short-staffedadministratief personeel • administrative staff, white-collar workersleidinggevend personeel • managerial/executive staffonderwijzend personeel • teaching staffextra personeel aannemen • take on extra personnel/staffte veel personeel hebben • be overstaffed————————personeel21 personal♦voorbeelden:1 personele belasting • community charge/taxpersonele unie • personal union -
2 eropna houden
eropna houdenkeep 〈 personeel, dieren, gezelschap〉; 〈 personeel ook〉 employ; 〈 figuurlijk〉 hold, have, entertain 〈 ideeën, voornamelijk merkwaardige〉 -
3 eropna
♦voorbeelden:¶ eropna houden • keep 〈 personeel, dieren, gezelschap〉; 〈 personeel ook〉 employ; 〈 figuurlijk〉 hold, have, entertain 〈 ideeën, voornamelijk merkwaardige〉een woordenboek eropna slaan • consult a dictionary -
4 kantooruren
kantooruren, kantoortijd♦voorbeelden:tijdens (de) kantooruren • during business hours/office hours -
5 werken
2 [een beroep uitoefenen; bezig zijn] work6 [schoonmaken] clean♦voorbeelden:iemand hard laten werken • work someone hardhard werken • work hardaan iets werken • work at/on somethinger wordt aan gewerkt • someone is working on itmet een computer/machine werken • 〈 ook〉 operate a computer/machinewerken op het land • work the soil/landvan werken ga je niet dood • hard work won't kill youwerken voor school/een examen • do one's schoolwork, study for an examdie man werkt voor drie • that man does the work of three (people)2 minder/meer uren gaan werken • work shorter/longer hoursaan zijn conditie werken • improve one's conditionhij werkt met twintig man personeel • he employs a staff of twenty3 hoe werkt dat ding? • how does that thing work?de nieuwe regeling werkt (goed) • the new procedure is functioning (well)dit apparaat werkt heel eenvoudig • this apparatus is simple to operatezo werkt dat niet • that's not the way it worksin iemands voordeel/nadeel werken • work to someone's advantage/disadvantagehout blijft altijd werken • wood keeps warpingII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [in een toestand brengen] 〈zie voorbeelden 1〉♦voorbeelden:zich kapot werken • work one's fingers to the bonezich dood werken • work oneself to deathzich omhoog werken • work one's way upeen ongewenst persoon eruit werken • get rid of an unwanted personnaar iets toe werken • work up to (doing) somethingiemand tegen de grond werken • lay someone low -
6 handhaven
1 [in stand houden] maintain ⇒ 〈 kwaliteit, peil ook〉 keep up, 〈 orde ook〉 keep, 〈 orde ook〉 preserve, uphold 〈 een traditie, de wet, een besluit〉, enforce 〈 een reglement, verbod〉2 [niet terugnemen] maintain ⇒ stand by, 〈 niet ontslaan〉 retain, 〈 niet ontslaan〉 keep on 〈 personeel〉♦voorbeelden:II 〈wederkerend werkwoord; zich handhaven〉1 [zich staande houden] hold one's own♦voorbeelden:1 vele kleine ondernemers konden zich moeilijk handhaven • many small businessmen found it hard to hold their own -
7 houden
1 [behouden] keep2 [vast-, tegenhouden] hold3 [niet laten vallen] hold4 [tot zijn gebruik, genoegen in huis hebben; ook met betrekking tot personeel] keep5 [niet opgeven, niet verlaten] hold, keep7 [in een (toe)stand laten blijven] keep11 [+ voor] [achten] take to be ⇒ consider to be/as♦voorbeelden:1 zijn geur/kleur/smaak houden • keep its aroma/colour/tasteje mag het houden • you can keep/have itiets voor zichzelf houden • keep something for oneselfhij was niet te houden • there was no stopping himer was geen houden meer aan • it could no longer be stopped4 kippen/duiven houden • keep hens/pigeonsvreemde ideeën/gewoonten erop na houden • have funny ideas/habitswat voor politieke ideeën houdt hij erop na? • what are his political ideas?rechts houden • keep (to the) rightde blik op iets gericht houden • keep looking at somethinglaten we het gezellig houden • let's keep it/things niceik zal het kort houden • I'll keep it shortde prijzen laag houden • keep prices down/lowlaten we het netjes houden • let's keep it cleaniemand eronder houden • keep someone downhij kan er niets in houden • he can't keep anything downiemand aan het werk/aan de praat houden • keep someone busy/talkingergens een lucifer bij houden • put a match to somethinghij kon er zijn gedachten niet bij houden • he couldn't keep his mind on itiets tegen het licht houden • hold something up to the lightiemand tegen zich aan houden • clasp someone to oneselfiemand van zijn werk houden • keep someone from his/her workhou je commentaar maar vóór je • keep your remarks to yourselftwee mensen/zaken niet uit elkaar kunnen houden • not be able to tell two people/things apartik kon hun namen niet uit elkaar houden • I kept getting their names mixed uporde houden • keep order9 een lezing houden • give/deliver a lectureuitverkoop houden • hold/have a sale10 (een) café/winkel houden • keep/run a café/shopiets voor gezien houden • leave it at that, call it a dayiemand voor zijn broer houden • mistake someone for his brotherwaar hou je me voor? • what do you take me for?ik hou het niet meer • I can't take/stand it any moreik hou(d) het erop dat hij onschuldig is • I consider him (to be) innocenthet bij frisdrank houden • stick to soft drinkshet met iemand houden • 〈 onder één hoedje spelen〉 be in with someone; 〈 met betrekking tot seksuele relatie〉 be carrying on with someonewe houden het op de 15e • let's make it the 15th, thenik hou het op Ajax • I'm backing Ajax1 [+ van] [liefhebben] love4 [het niet begeven] hold♦voorbeelden:veel van iemand houden • love someone a lot/very muchvan iemand gaan houden • fall in love with someone2 niet van dansen/cognac houden • not like dancing/cognachij houdt wel van een grapje • he likes a bit of jokezij houdt niet van dat soort grapjes • she doesn't like those kinds of jokeshij houdt niet zo van feestjes/toespraken • he's not (much of a) one for parties/speechesik hou meer van bier dan van wijn • I prefer beer to winedie knoop houdt niet • that knot won't holdde verf houdt niet • the paint won't stick/is peelingIII 〈wederkerend werkwoord; zich houden〉1 [+ aan] [niet afwijken van] keep to 〈 regels, dieet, verdrag, termijn, programma, afspraak〉; adhere to 〈 overeenkomst, instructies〉; abide by 〈 beslissing, vonnis〉; comply with, observe 〈 regels, voorwaarden, regel van de wet〉2 [blijven] keep3 [schijn aannemen] pretend to be♦voorbeelden:2 zich goed houden • 〈 niet lachen〉 keep a straight face; 〈 zich niet door emoties laten overmannen〉 bear up wellhij kon zich niet goed houden • he couldn't help laughing/cryingik zou me er maar buiten houden • I'd keep out of it (if I were you)hou je erbuiten! • (you) keep out of it!3 zich dom/slapend houden • pretend to be deaf/asleep¶ hij wist niet hoe hij zich moest houden • he didn't know what to do/how to behave -
8 bemanning
2 [het van personeel voorzien] manning♦voorbeelden: -
9 administratie
-
10 mutatie
♦voorbeelden: -
11 aanwerven
♦voorbeelden: -
12 administratief
1 administrative ⇒ 〈met betrekking tot algemeen kantoor/schrijfwerk〉 clerical, 〈 met betrekking tot bestuur〉 managerial♦voorbeelden:1 administratief personeel • administrative/clerical staff -
13 bedienen
1 [dienen, helpen; ook met betrekking tot de horeca] serve2 [zorg dragen voor, doen functioneren] operate♦voorbeelden:iemand op zijn wenken bedienen • wait on someone hand and footaan tafel bedienen • wait at (the) tableII 〈wederkerend werkwoord; zich bedienen〉2 [met betrekking tot de spijzen] help oneself (to)♦voorbeelden: -
14 bezetting
1 [het bezetten/bezet zijn] occupation ⇒ 〈 ambt〉 filling, 〈 plaats〉 filling up, 〈 personeel〉 complement3 [met betrekking tot een gebied] occupation♦voorbeelden: -
15 binden
2 [boeien] tie (up)4 [in zijn vrijheid beperken] bind5 [boekwezen] bind6 [dik maken] thicken♦voorbeelden:hij weet zijn personeel aan zich te binden • he knows how to hold on to his staffII 〈wederkerend werkwoord; zich binden〉1 [een verplichting op zich nemen] commit oneself (to) ⇒ bind/pledge oneself (to)2 [figuurlijk] [een band smeden] be a bond♦voorbeelden: -
16 gebrek
♦voorbeelden:gebrek krijgen aan iets • run short of somethinggebrek aan personeel hebben • be short-handedgebrek aan eetlust • loss of appetitebij gebrek aan beter • for want of anything/something betteraan geld geen gebrek • no lack/shortage of moneygebrek hebben/lijden • be in want/need, go short4 alle mensen hebben hun gebreken • we all have our faults, no one's perfectiemand zijn gebreken onder ogen brengen • point someone's faults out to himeen gebrek verhelpen • correct a faultin gebreke stellen • declare in default, hold/declare liablezonder gebreken • flawless, faultless, perfect -
17 verblijf
-
18 wetenschappelijk
♦voorbeelden:1 het wetenschappelijk onderwijs • university training/educationvoorbereidend wetenschappelijk onderwijs • pre-university educationzuiver wetenschappelijk onderzoek doen • do pure researchwetenschappelijk rapport • 〈 ook〉 observations, findingswetenschappelijk tijdschrift • scholarly journalVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wetenschappelijk
См. также в других словарях:
Centre de coordination des organisations flamandes — Le centre de coordination des organisations flamandes (Overlegcentrum van de Vlaamse verenigingen, OVV en néerlandais) est un lobby politique nationaliste flamand qui a pour idéologie politique l indépendance de la Flandre. Il réunit des… … Wikipédia en Français